Postduiven in de jungle
25 april is in Australië Anzac Day, bevrijdingsdag. Door de binnenstad van Melbourne trekt, zoals ieder jaar, een bonte stoet met veel oude legervoertuigen en veteranen. Trots lopen ze mee, een groepje duivenhouders die in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol hebben gespeeld, mannen van boven de tachtig, ieder jaar zijn het er minder. De mensen langs de kant juichen ze toe, ook al weten de meeste Australiërs niet wat die duivenmelkers in deze optocht te zoeken hebben. Ze weten niet hoeveel soldaten hun leven te danken hebben aan de vogels van deze mannen.
Jappanners
Postduiven zijn in de Tweede Wereldoorlog niet alleen in Europa maar over de hele wereld ingezet. In Afrika, in het Midden-Oosten, in Azië, overal waar gevochten werd. Dus ook in Papoea Nieuw-Guinea, het enorme eiland ten oosten van Indonesië en ten noorden van Australië. Hier leverden Australische troepen verbeten strijd met de Jappanners.
In 1942 dreigde in Australië een invasie door de Jappen. De Australische legerleiding was bang dat als het zo ver zou komen de normale verbindingsmogelijkheden niet zouden werken: draden zouden worden doorgesneden, radio afgeluisterd en boodschappers tegengehouden. Dus zochten ze naar een andere mogelijkheid. Er werd een conferentie gehouden tussen hoge officieren van de militaire verbindingsdienst en een aantal prominente duivenhouders. Daar werd besloten dat ze met geselecteerde postduiven een serie proeven gingen doen.
Toen die proefvluchten succesvol verliepen, was het snel beslist: er kwam een heuse militaire postduivendienst die de belangrijkste verbindingen binnen de Australische defensie moest gaan onderhouden.
Vrijwilligers
Duivenhouders die zich als vrijwilligers meldden werden geselecteerd en getraind. Er kwam een lange lijst van burgers die hun hok voor militair gebruik beschikbaar stelden. Het verzoek aan alle duivenliefhebbers in heel Australië om jonge duiven voor het leger af te staan leidde tot een geweldig resultaat: in 1942-43 werden maar liefst 13.500 jongen geschonken.
Men bouwde een keten van militaire duivenhokken waardoor dekking ontstond op alle strategische posities langs de enorme kust van Australië.
De postduiven vervulden een bijzondere rol in de verbinding tussen patrouillerende legervaartuigen en de kust. Deze dienst was zo succesvol dat men spoedig inzag dat de postduiven ook in de jungle geweldige mogelijkheden zouden bieden. Binnen de legerleiding moest namelijk nogal wat weerstand worden overwonnen. Sommigen meenden dat we nu terug gingen naar de tijd van de ark van Noach…
Oerwoud
Toen de Jappanners werden teruggedrongen, ontstonden gevechten in de oerwouden van Papoea Nieuw-Guinea en op enkele andere eilanden. De Australiërs kregen daarbij hulp van de Amerikanen. Diverse secties van de postduivendienst werden overgebracht naar de kustplaatsen van Nieuw-Guinea. Vooral in het moeilijke terrein van de jungle waren andere verbindingen vrijwel onmogelijk.
Het inzetten van de duiven ging echter ook niet van een leien dakje. De duiven die van Australië waren over gekomen bleken niet goed bestand tegen de tropische omstandigheden. Vooral de luchtvochtigheid speelde hen parten. Men besloot uitsluitend duiven in te zetten die ter plekke waren gekweekt. Dat hielp. Men gebruikte voornamelijk duiven van 3 tot 5 maanden oud, jonge duiven voor dit zware werk. Met die duiven werd intensief getraind, ook op mobiele hokken. De maximum afstand die de duiven moesten afleggen bedroeg 90 kilometer. Het duivenvoer moest bewaard worden in luchtdichte vaten. De duiven moesten intensief met insectenpoeder worden behandeld. En zo werd het inzetten van duiven in de jungle toch een groot succes. Alle legereenheden wilden steeds meer duiven! Er werden nog meer hokken gebouwd en, ook heel belangrijk, er werden meer ervaren duivenverzorgers overgevlogen.
Dickin-medailles
Even een paar voorbeelden die typerend zijn voor het werk van de postduiven in deze regio’s.
Een Amerikaanse verkenningspatrouille ontdekte dat in een strategisch belangrijk dorp 500 Japanners waren verzameld om een aanval in te zetten. Na hun ontdekking kwamen de Amerikanen onder Japans vuur te liggen. Hun radio raakte buiten werking tijdens de gevechten. Ze losten twee duiven met belangrijke informatie over de Japanse troepenconcentratie voor het hoofdkwartier. De duiven werden echter direct uit de lucht geschoten door de Japanners. De Amerikanen hadden nog één duif over. Toen de gevechten even wat minder waren, lieten ze deze los en ondanks het vijandelijke vuur bereikte deze blauwband doffer het hoofdkwartier in 47 minuten. Het resultaat was dat het betreffende dorp gebombardeerd werd zodat de vijand zich terug trok en de patrouille veilig terugkeerde. De duif kreeg later de Dickin-medaille.
Australische eenheden probeerden begaanbare wegen aan te leggen dwars door een bergketen op Nieuw-Guinea. Tijdens tropische regen liepen ze soms vast. De duiven brachten dan uitkomst. Ze brachten hun positie over naar het hoofdkwartier zodat hulp gestuurd kon worden. De duiven deden daar hun werk onder unieke omstandigheden, ze moesten soms op een afstand van vijf kilometer 800 meter hoogteverschil overbruggen, in slagregens en mist. Toch werden vrijwel alle boodschappen netjes afgeleverd.
Tijdens een hevige tropische storm in juni 1945 verging een Australisch legervaartuig. Het spoelde aan op een afgelegen strand in een onbewoond deel van Nieuw-Guinea. Een duif bracht de noodkreet in 50 minuten naar de basis in Madang dwars door de zware regens. Direct werd een schip gestuurd en de bemanning was gered. Dezelfde duif heeft in totaal 23 militaire missies met succes uitgevoerd en kreeg later ook de Dickin-medaille.
Afgemaakt
Ook al hebben de duiven nog zulk goed werk verricht in Nieuw-Guinea, ze hebben de oorlog niet overleefd. Vanwege strenge quarantaine-wetten mochten de duiven na de oorlog Australië niet in. Treurig maar waar: ze zijn afgemaakt. Er was geen andere keus. Als de duiven waren achtergelaten in Nieuw-Guinea zouden ze omkomen van de honger of door de havik.
Twee duiven zijn opgezet. Ze staan in een vergeten hoekje van een Australisch Oorlogsmuseum, beide met een medaille om de nek.
(Bronnen: Australian War Memorial, website Encyclopedia, en John Piggott, On a Wing and a Prayer, website Anzacday)