Heldenduiven
In de gruwelijke Eerste Wereldoorlog (1914-1918) zijn duizenden postduiven gebruikt om berichten over te brengen. Ze werden bijvoorbeeld meegenomen naar het front, tot in de loopgraven, en daar met een bericht over de positie van de vijand of met een noodkreet om hulp losgelaten. Temidden van het oorlogsgeweld vloog de duif naar zijn hok, dat meestal een onderdeel vormde van een heuse militaire postduivendienst. Men nam daar kennis van de boodschap en ondernam zo mogelijk passende acties. Als het front zich verplaatste, bewogen de duivenhokken mee. De duiven moesten op zo’n mobiel hok dan wel weer goed worden uitgewend en opgeleerd. Oorlogsduiven waren sowieso goed getraind.
In deze aflevering komen een paar heldenverhalen. Hoe gruwelijker de oorlog hoe meer men behoefte heeft aan oorlogshelden. En ook de duiven waren helden in die tijd!
Monument
Voor partijen die oorlogvoeren is het van groot belang de moed erin te houden. Naarmate er meer slachtoffers vallen wordt dat natuurlijk moeilijker. In de loop van de Eerste Wereldoorlog zijn honderdduizenden mensen gesneuveld, aan beide kanten. Deze vuile oorlog wordt wel gezien als de eerste “moderne” oorlog: modern wapentuig, gasaanvallen, vliegtuigen, onderzeeërs. Om het moreel hoog te houden, ook van de bevolking, had men oorlogshelden nodig. Generaals, officieren, soldaten, maar ook: postduiven.
In Brussel staat een groot monument ter ere van de militaire duiven en hun verzorgers uit de Eerste Wereldoorlog. Ook in Lille staat een standbeeld ter nagedachtenis van de duizenden postduiven die omkwamen gedurende de oorlog. Veel duiven werden tijdens en na de oorlog gedecoreerd en de verhalen rond die duiven werden steeds mooier…
Heldenverhalen
Over de Franse duif Vaillant hebben we het al gehad. Deze duif werd in een fort bij Verdun in 1916 losgelaten onder zware Duitse gasaanvallen en bereikte stervend zijn hok. De vogel kreeg postuum medailles, werd opgezet en kreeg een plekje in een legermuseum.
Vooral de Amerikanen maakten werk van heldenduiven. Toen zij zich met de oorlog in Europa gingen bemoeien, kregen ze 600 jonge duiven van Engelse duivenhouders om te gebruiken in de oorlog. Een aantal daarvan werd beroemd.
Zo had je bijvoorbeeld “The Mocker”, geboren in 1917. Hij raakte gewond op zijn 52e missie. Hij verloor zijn linkeroog en een deel van zijn schedel. Toch stierf hij pas op 15 juni 1937.
“President Wilson” werd aangeschoten en verloor een pootje op 5 november 1918. Toch bereikte hij zijn bestemming en redde de levens van veel ingesloten Amerikaanse infanteristen.
Een van de bekendste Duitse duiven was de “Kaiser”. Hij was geboren in 1917 en werd getraind voor speciale missies. De Kaiser werd echter gevangen door de Amerikanen in 1918 en naar Amerika overgebracht. Het was een slimme en mooie vogel en hij kreeg veel nakomelingen die geweldig presteerden in de postduivensport. De Kaiser overleed op 32-jarige leeftijd (!).
En verder had je nog Spike, Big Tom, Lord Adelaine, Steady, Colonels Lady en de beroemdste van allemaal: Cher Ami.
Cher Ami
“Cher Ami” was een blauwkras doffer, een van die 600 duiven die werden ingezet door de Amerikanen in Frankrijk. Hij bezorgde 12 belangrijke boodschappen binnen de Amerikaanse sector bij Verdun. Op zijn laatste tocht, in oktober 1918, werd Cher Ami geraakt door vijandelijk vuur zowel in zijn borst als in een poot. Hij bereikte niettemin zijn hok. Het kokertje met het bericht bungelde nog net aan het kapot geschoten pootje.
Die boodschap was afkomstig van Major Whittlesey van de 77th Infantry Division. Zijn bataljon was tijdens het vechten met de Duitsers gescheiden geraakt van de andere Amerikaanse troepen en lag hopeloos onder vuur. Tot overmaat van ramp werd dit “lost battalion” ook nog flink beschoten door de eigen Amerikaanse collega’s, die geen idee hadden waar dat bataljon gebleven was.
Cher Ami was hun laatste redmiddel. Hij werd uitgestuurd met de volgende boodschap: “ Wij bevinden ons daar en daar. Onze eigen artillerie is ons aan het beschieten. In hemelsnaam, stop ermee.” Cher Ami had de veertig kilometer naar het Amerikaanse hoofdkwartier ondanks zijn verwondingen afgelegd in 25 minuten. Binnen enkele uren konden de Amerikanen het verdwaalde bataljon bevrijden en waren 194 levens gered!
Cher Ami werd onderscheiden met het Franse “Croix de Guerre avec Palmes” en overgebracht naar New York voor een heldenontvangst. Hij stierf in 1919 als gevolg van zijn verwondingen en werd opgezet. Later kreeg hij nog een gouden medaille van de Amerikaanse postduivenorganisatie.