De Rijkspostduivendienst
Nederland bleef buiten de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Wij waren angstvallig neutraal. Ook al bleven wij buiten die oorlog, wij hadden in die jaren wel een heuse militaire duivendienst, de Rijkspostduivendienst. Daarover gaat dit artikel.
Er is weinig bekend over dit militaire onderdeel. Dat komt in de eerste plaats door de geheimzinnigheid die rond militaire activiteiten werd betracht. Bovendien zijn veel documenten over de postduivendienst, die waren opgeslagen in het Krijgshistorisch Archief, verbrand tijdens een bombardement op Den Haag in de Tweede Wereldoorlog.
Het gebruik van duiven om berichten over te brengen is niet van vandaag of gisteren. Uit de overlevering weten we dat de duif al 3000 jaar voor Christus in het Egyptische rijk werd gebruikt voor het overbrengen van oorlogsboodschappen. Later gebeurde dat op uitgebreide schaal in het Romeinse rijk.
In onze vaderlandse geschiedenis duiken postduiven op in de Tachtigjarige Oorlog. Bij het beleg van Haarlem (1572) werden bijvoorbeeld duiven ingezet met boodschappen van de Prins van Oranje aan de belegerde burgers, om moed te houden.Tijdens het beleg van Leiden (1574) liet iemand acht duiven naar Delft smokkelen, ze waren eigenlijk bestemd als voedsel voor zijn zieke moeder. Deze postduiven werden echter gebruikt om berichten binnen de belegerde stad te brengen. Ook het bericht van de aanval op 3 oktober die Leiden zou bevrijden, was per postduif aangekomen en heeft Leidens Ontzet ongetwijfeld bevorderd.
Tijdens de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871 is de moderne postduif, de Belgische “reisduif”, voor het eerst systematisch ingezet. Parijs werd door de Pruisen belegerd en volledig van de buitenwereld afgesloten. Via luchtballonnen werden postduiven buiten Parijs gebracht om vervolgens met berichten teruggestuurd te worden.
Militaire diensten
De duiven die in 1870 de Parijzenaars duizenden belangrijke berichten bezorgden, maakten zoveel indruk in Europa dat allerlei landen een militaire duivendienst gingen opzetten, in de eerste plaats Duitsland en Frankrijk. Maar ook Rusland bijvoorbeeld: de Russen kochten 5000 postduiven in België.
Nederland keek eerst even de kat uit de boom. Vervolgens kwam er een discussie op gang die toch resulteerde in enige activiteiten. Het ministerie van Defensie ging in overleg met postduivenhouders om na te gaan of die zouden kunnen meewerken aan een soort duivennetwerk over Nederland ten behoeve van de landsverdediging. De Haagse postduivenvereniging “De Ooijevaar” organiseerde op verzoek van Defensie in 1882 een aantal binnenlandse vluchten (vanaf Groningen, Vlissingen, Maastricht en Den Helder). Voorts werd een proefvlucht gehouden vanaf een schip dat op 5 mijlen uit kust van Den Helder lag. 68 postduiven namen aan die proef deel. De ere-voorzitter van “De Ooijevaar” bracht hierover verslag uit aan Defensie.
Kneuterig
Het bleef allemaal wat kneuterig bij ons. In 1903 werd uiteindelijk toch een heuse postduivendienst opgericht. Er werden duivenhokken geplaatst bij het Hoofdkwartier in Den Haag en ook bij de Territoriale Commando’s. De dienst had twee taken: het fokken van geschikte duiven en het opleiden van militaire duivenverzorgers. Bij de mobilisatie van 1914 beschikten we tevens over verplaatsbare duivenstations, namelijk bij het hoofdkwartier en bij de vier divisies. Er waren toen voldoende duiven en goed opgeleide postduivenverzorgers. Maar als je de foto’s uit die tijd ziet, mogen we misschien toch wel blij zijn dat onze Rijkspostduivendienst niet hoefde te worden ingezet tijdens de Eerste Wereldoorlog…
Verdwenen
In de jaren tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog bleef er van onze postduivendienst niet veel over. Veel militairen geloofden eigenlijk niet in dit ouderwetse communicatiemiddel, ondanks de spectaculaire resultaten in de oorlog. In 1932 werd de dienst formeel opgeheven; er bleef een militair duivenhok over in Utrecht met 12 postduiven. Daar werden demonstraties verzorgd en nog wat verzorgers opgeleid. Hoofdkwartier en divisies moesten nog wel een aantal duivenverzorgers hebben maar bij de mobilisatie in 1939 bleek dat die meestal niet meer beschikbaar waren.
De Commandant van het Veldleger schrok daarvan en drong in januari 1940 aan op een flinke reorganisatie en uitbreiding van de postduivendienst. Hij wou een groot aantal hokken plaatsen op diverse strategische posities. De plannen en tekeningen lagen klaar op het moment dat ons land door de Duitsers werd aangevallen. Niets van terechtgekomen dus…
Grenswacht Fleringen, 30 october 1914, 2.00 n.m.
Zooeven kwam hier een wielrijderspatrouille uit Lochem aan die op verkenning was geweest in de richting Denekamp. De patrouille meldde mij dat aan de grens alles rustig was en verzocht mij dit bericht per postduif aan U te melden.
Aan den Commandant der II
Devisie De Reserve 2de Luitenant
(Belangrijkste bron: G.A.Geerts, Het militaire gebruik van postduiven, 1989.De foto’s komen van de website: www.wereldoorlog1418.nl)